Het was een rare zondag geweest.
Mijn vriend Simon was ’m al gesmeerd voordat het bij me opkwam om mijn bed uit te rollen en me op de bank te installeren voor een drie uur durende Friends-marathon. Het was nogal matig weer voor eind juli en er was niets waarvoor ik per se van de bank hoefde te komen, behalve dan een kritische kat die door het raam zat te turen en af en toe een bezoekje aan de wc. Meestal was ik supergemotiveerd op zondag. Het gebeurde niet vaak dat ik een regelmatige werkweek had van vijf dagen, dus zondag was vaak de enige dag waarop ik iets kon doen; maar juist die zondag kwam er niets beters uit mijn handen dan herhaalde sms’jes naar mijn homovriend Matthew met de vraag: How you doin’?
Het kon me niet schelen dat die grap al vijftien jaar oud was. Hij was nog steeds leuk.
En zo gebeurde het dat Simon die middag om vier uur thuiskwam terwijl ik in mijn verschoten, bijna grauw geworden Juicy Couture-joggingbroek en Pokémon-shirt zat dat ik half voor de gein op de universiteit had gedragen, en met een vettig knotje in mijn haar. Ik rolde me op mijn rug en liet een sexy grom horen. Mrauw. Rachel Summers, seksbeest.
Ik wist dat er iets mis was toen hij me niet een standaardkus op mijn wang gaf en ging douchen, maar op de bank ging zitten, met zijn ellebogen op zijn knieën leunend voor zich uit keek en een diepe zucht slaakte. Na een paar minuten legde ik Monica het zwijgen op en hees ik mezelf overeind tot ik rechtop zat.
‘Alles goed?’ vroeg ik.
‘Wil je naar de film of zo?’ Hij bleef naar de kachel turen. Niet erin, maar vlak ervoor. Alsof hij daar wonder wat zag.
‘Ik ben eigenlijk een beetje afgepeigerd.’
Het was me niet echt kwalijk te nemen. Zo lui was ik nou ook weer niet; ik had die hele week dagen van veertien uur gemaakt. De goddelozen vinden geen rust, en visagisten al helemaal niet. ‘Zullen we anders Chinees halen en een dvd’tje kijken of zoiets?’
Het was weer even stil. Mijn vinger bleef boven de volumeknop hangen terwijl ik op een bevestigend antwoord wachtte. Of op zijn minst op een voorstel om Indiaas te halen.
Eindelijk zei hij iets. ‘Oké. Ik heb nagedacht.’ Wat het ook was dat hij daar voor die kachel zag, het bleef hem boeien. ‘We moesten maar een tijdje pauze nemen.’
‘We gaan toch in september naar Kroatië?’ Ik keek hem niet-begrijpend aan en legde mijn benen over de zijne.
‘Mjaa-aa.’ Hij rekte het woord bijna net zo lang als de reclamespot die nu op de tv verscheen duurde ‘Nee. Ik bedoelde meer… een rustpauze… van elkaar.’
Nu had hij mijn aandacht.
‘Moeten we een rustpauze nemen?’
Datgene wat hem zo boeide vlak voor de kachel had kennelijk zojuist een sprongetje gemaakt. Ik kon me niet herinneren dat ik hem ooit zo geconcentreerd had zien kijken naar iets wat niet via een Xbox te zien was.
‘Dump je me nou?’ Ik haalde mijn benen van zijn knie en krulde me op in een halve foetushouding. Ik moest nodig mijn haar kammen.
‘Nee.’ Simon schudde zijn hoofd. ‘Dat is het niet. Ik heb gewoon even wat tijd voor mezelf nodig.’
‘Het klinkt alsof je me dumpt.’ Ik deed heel erg mijn best om niet te huilen. Ik zag er al afgrijselijk genoeg uit; tranen zouden er niet veel goed aan doen. Praten op een pieptoon die zo hoog is dat dolfijnen daarbij vergeleken klinken alsof ze twintig peuken per dag roken ook niet. ‘Wat bedoel je dan?’
‘Doe niet zo paniekerig. Ik moet gewoon even alles op een rijtje krijgen. Ik wil het niet uitmaken.’
‘Heb je een ander?’
O god, hij had een ander. Vijf jaar, een hypotheek, een gezamenlijke lening voor een rottige tweedehands Renault Mégane, en hij had een ander.
‘Nee!’ schreeuwde hij bijna. ‘Natuurlijk heb ik geen ander.’
Oké dan.
‘Is het omdat ik niet mee wil naar de film?’ Ik sloeg mijn armen om mijn knieën.
‘Wil je dan wel naar de film?’
Ik haalde mijn schouders op omdat ik niets anders wist te doen. ‘Misschien.’
En daar bleef het bij. Uiteindelijk gingen we naar de nieuwe Pirates of the Caribbean maar eerlijk gezegd kon ik mijn aandacht er nauwelijks bij houden. En als je je aandacht niet bij Johnny Depp kunt houden, waarbij dan wel? Toen we thuiskwamen, liet ik het bad vollopen en Simon verhuisde zijn spullen naar de logeerkamer.
Toen ik de volgende avond thuiskwam van mijn werk, vond ik een briefje op het bed waarin stond dat hij wat tijd nodig had om na te denken, en dat hij voor een paar dagen bij een vriend ging logeren. Maar hij kwam wel weer thuis, toen ik net voor een opdracht van een week naar Manchester vertrok. En toen ik terugkwam, was hij op zakenreis. Vervolgens bracht ik een week door bij mijn moeder totdat ze was opgeknapt van een nare beenbreuk. Daarna had hij een vrijgezellenweekend. En daarna kwam hij op een avond gewoon niet naar huis.
Maar we waren niet uit elkaar. Het was alleen maar een rustpauze.
Een rustpauze die nu al vier weken duurde.
Maar toch was het slechts tijdelijk.